Toelichting op belastingen
Woonlasten
- Conform het Bestuursakkoord 2022-2026 is het voorstel om, zolang er substantiële structurele nieuwe middelen te verdelen zijn, de lokale lasten voor woningen en niet-woningen in totaal niet meer te laten groeien dan met de reguliere indexering. De reguliere indexering is voor 2023 vastgesteld op 2,4% (conform CPB prijsindexcijfers van maart 2022). In december 2021 is er een commissienotitie besproken voor het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP). Hierbij is de wens uitgesproken om het ambitieniveau voor klimaatadaptatie gelijk te houden. De ruimte die ontstaat door reguliere indexatie van de lokale lasten wordt in 2023 geheel bestemd voor een verhoging van de rioolheffing. Op deze manier kunnen de voorgestelde plannen voor klimaatadaptatie worden uitgevoerd, hetgeen op verschillende plekken in de stad leidt tot een kwalitatieve impuls in de openbare ruimte.
- De opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen is begroot op € 84.187.000. Voor de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen is de jaarlijkse herwaardering als gevolg van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) van belang. De uitkomsten hiervan zijn mede bepalend voor de tarieven onroerende-zaakbelastingen voor 2023. De nu voorgestelde tarieven zijn berekend op basis van de huidige beschikbare gegevens. De definitieve tarieven worden in december 2022 door de raad vastgesteld. De tarieven van december hebben geen invloed op de begrote opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen.
- Ontwikkelingen in de afvalmarkt hebben geleid tot een relatief kleinere kostenstijging bij Cure. Ook is de groei van het aantal inwoners en huishoudens hoger dan geraamd. Hierdoor blijven de tarieven voor de afvalstoffenheffing in 2023 nagenoeg gelijk. De prognose is wel dat de markt weer zal stabiliseren. Dit leidt, in combinatie met toekomstige CAO-stijgingen, een toename in het aantal kwijtscheldingen en lastenstijgingen i.r.t. meerjaren-investeringen, tot de verwachting dat de tarieven na 2023 weer stijgen, om de afvalinzameling kostendekkend te houden.
- De rioolheffing stijgt in lijn met het voorstelscenario zoals opgenomen in de commissienotitie gemeentelijke rioleringsplan (GRP) dat in november 2021 door het college is bekrachtigd. In het Bestuursakkoord komt dit terug onder ‘klimaatadaptief inrichten van de stad, € 2 miljoen structureel via de rioolheffing’. In deze notitie zijn voorstellen gedaan voor de uitwerkingsrichting van het nieuwe GRP 2023-2026 in relatie tot klimaatadaptatie, het Eindhovens kanaal en knooppunt XL naast het voortzetten van reguliere taken. Reguliere taken betreffen het op peil houden van de afval-, hemelwater-, grondwater- en oppervlaktewatervoorzieningen die samenhangen met de wettelijke watertaken, de aanscherping van (Europese) wetgeving, en (her)inrichtingen en ruimtelijke ontwikkelingen in de stad.
- De voorwaarden voor het verlenen van kwijtschelding van belastingen en heffingen zijn geregeld in de Invorderingswet 1990 (wetten.overheid.nl). De beleidsmatige regeling is beschreven in de Leidraad Invordering.
- De gehanteerde tarieven zijn de tarieven die aan de raad worden voorgesteld. Met het vaststellen van de Verordeningen gemeentelijke belastingen en rechten 2023 worden de tarieven definitief. Hieronder worden de woonlasten weergegeven voor 2022 en 2023. Dit betreffen de woonlasten van een driepersoonshuishouden met een eigen woning en een gemiddelde WOZ-waarde. Hier wordt zichtbaar dat voor dit huishouden de onroerende-zaakbelasting en de afvalstoffenheffing gelijk blijven en alleen de rioolheffing stijgt. In totaal stijgen de woonlasten met 2,4%, conform de reguliere indexering voor 2023.
Woonlasten 2023 | ||||
---|---|---|---|---|
2022 | 2023 | Verschil in € | Verschil in % | |
Onroerende-zaakbelasting | € 340 | € 340 | € 0 | 0% |
Afvalstoffenheffing | € 289 | € 289 | € 0 | 0% |
Rioolheffing | € 168 | € 187 | € 19 | 11,30% |
Totaal gemiddelde woonlasten | € 797 | € 816 | € 19 | 2,40% |
Omgevingswet
Mogelijk worden per 1 januari 2023 de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen van kracht. Deze wetten komen dan in de plaats van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. Of deze wetswijzigingen daadwerkelijk dan ingevoerd gaan worden wordt pas op of rond 1 november bekend. Mochten deze wijzigingen doorgang vinden dan wordt hierop geanticipeerd met een nieuw raadsvoorstel.