Onderwerp | Pr | status | schadekans | Bedrag | |
---|---|---|---|---|---|
Externe risico's | |||||
1 | (Humanitaire) rampen | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot 10 miljoen |
2 | Marktontwikkelingen | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot € 15 miljoen |
3 | Rijksbezuinigingen | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot € 10 miljoen |
4 | (Humanitaire) rampen: Schade als gevolg van extreem weer | 2 | Bestaand | Waarschijnlijk | € 2 miljoen |
5 | Rijksbezuinigingen: Ontwikkeling rijksbeleid sociaal domein | 6 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot 10 miljoen |
Strategische risico's | |||||
6 | Afhandeling bezwaar- en beroepschriften | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 0,5 miljoen |
7 | Asbestsaneerder TR Ketelhuis Eindhoven | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot 2,5 miljoen |
8 | Claim Lidl planschade (bestuursrechtelijk) | 0 | Bestaand | Mogelijk | 5% tot 10% van € 1,58 miljoen |
9 | Exploitatierisico's | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot 10 miljoen |
10 | Gevolgen vennootschapsbelastingplicht (VPB) | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 175.000 per jaar |
11 | Kosten maatregelen inspecties wet- en regelgeving | 0 | Bestaand | Waarschijnlijk | € 0,5 tot 1,5 miljoen |
12 | OZB | 0 | Bestaand | Mogelijk | € 0,3 miljoen |
13 | Privacy - Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) | 0 | Bestaand | Mogelijk | |
14 | Risico inbaarheid dubieuze belastingdebiteuren | 0 | Bestaand | Mogelijk | |
15 | Weerbare overheid | 1 | Nieuw | Mogelijk | |
16 | BTW-risico bij realisatie fietsflat Neckerspoel | 2 | Bestaand | Mogelijk | € 0,943 miljoen |
17 | Parkeerterrein ’t Eindje | 2 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot 0,5 miljoen |
18 | Staat bruggen/viaducten | 2 | Bestaand | Mogelijk | € 2,5 miljoen |
19 | Kandinsky | 5 | Vervallen | ||
20 | Sportbesluit BTW / Specifieke uitkering sport | 5 | Bestaand | Mogelijk | € 0,25 miljoen |
21 | Openeinderegelingen | 6 | Bestaand | Mogelijk | € 5 miljoen |
22 | Passport4Work (P4W) | 6 | Vervallen | ||
23 | Toename van de zorgzwaarte | 6 | Bestaand | Mogelijk | € 6 miljoen |
24 | Afval: leveringscontract Attero | 7 | Bestaand | Mogelijk | € 0 tot 1,5 miljoen voor Eindhoven |
25 | Afwikkeling Renescience | 7 | Vervallen | ||
26 | GR Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant (GR ODZOB) | 7 | Nieuw | Mogelijk | € 160.000 |
27 | Programma Aanpak Stikstof | 7 | Bestaand | Mogelijk | |
28 | Civiele procedure Groene Toren | 8 | Nieuw | Mogelijk | € 277.000 |
29 | Grondbedrijf – weerstandscapaciteit | 8 | Bestaand | Mogelijk | € 20 miljoen |
Totaal externe risico's | minimaal € 0 | maximaal € 47 miljoen |
---|---|---|
Totaal strategische risico's | minimaal € 36,7 miljoen | maximaal € 52,3 miljoen |
Totaal | minimaal € 36,7 miljoen | maximaal € 99,3 miljoen |
Risico's | |||||
---|---|---|---|---|---|
Externe risico's | |||||
P0 - Risico: (Humanitaire) rampen (risicobedrag: € 0 tot 10 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Begin 2020 zijn we geconfronteerd met de uitbraak van corona wat al snel tot een pandemie leidde. De gevolgen van de crisis raken ook eind 2021 nog steeds nagenoeg alle beleidsvelden. We hebben maatregelen getroffen de afgelopen 2 jaar om de stad overeind te houden. Ook het Rijk is gekomen met steunpakketten in 2020 en 2021. De rijkscompensatie, ontvangen via de circulaires, en de eigen middelen zijn gestort in de saldireserve specifiek. Eind 2021 bedraagt de stand van de coronamiddelen € 15,4 miljoen. Er is echter onzekerheid over de (middellange)-termijn effecten voor de stad van deze crisis. Na een nieuwe (avond) lockdown eind 2021 zien we in 2022 naast het continueren van de ondersteuningsmaatregelen ook perspectief op herstel. Eind februari 2022 is de wereld opnieuw opgeschrikt door een nieuwe crisis: de inval van Rusland in de Oekraïne. Een wezenlijke bedreiging van de veiligheid en met grote gevolgen voor iedereen. We maken ons klaar om de vluchtelingen op te vangen en humanitaire hulp te bieden. We zien stijgende prijzen van gas en elektra die tot gevolg hebben dat steeds meer mensen moeite hebben om rond te komen. Ook andere zaken zoals minder productie van graan en het stil komen te liggen van productieprocessen omdat onderdelen niet geleverd kunnen worden, leiden naar verwachting tot een grotere armoede. Het is op dit moment nog niet te voorspellen wat de sociaal maatschappelijke en economische gevolgen zullen zijn, maar duidelijk is dat we maatregelen met extra kosten zullen moeten treffen. Ook de kosten voor de veiligheid die deze bedreiging met zich mee brengt zullen toenemen. | |||||
P0 - Risico: Marktontwikkelingen (risicobedrag: € 0 tot € 15 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
We zien kwetsbaarheden op de volgende vlakken in onze programma's: opwaartse druk op het loongebouw door krapte op de arbeidsmarkt, prijsstijgingen van aanbestedingen op (middel)langere termijn, het mogelijk maken van de groei van de stad. Meer algemeen spelen rentestijgingen, schommelingen op de vastgoedmarkt, economische ontwikkelingen en werkeloosheid.De groei van de stad (schaalsprong) brengt ook risico’s voor onze bedrijfsvoering mee die kunnen leiden tot imagoschade, afname vertrouwen in de overheid en negatieve financiële consequenties (Zie de paragraaf bedrijfsvoering voor een nadere toelichting). | |||||
P0 - Risico: Rijksbezuinigingen (risicobedrag: € 0 tot € 10 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Gemeenten in Nederland zijn voor wat betreft hun inkomsten sterk afhankelijk van de Rijksoverheid. In december 2021 is het regeerakkoord van het nieuwe Kabinet Rutte IV gepresenteerd. Kenmerkend voor het regeerakkoord en van belang voor de gemeentebegroting is, dat er grotendeels sprake is van een tijdelijke inzet van financiële middelen tot en met 2025, het laatste jaar van het regeerakkoord. Vanaf 2026 ontstaat een ‘ravijn’ in de structureel beschikbare middelen voor gemeenten. Dit is een risico voor het opstellen van een structureel sluitende meerjarenbegroting. Mogelijk kan dit risico, in overleg met het Rijk en de provinciaal toezichthouder, worden verminderd. | |||||
P2 - Risico: (Humanitaire) rampen: Schade als gevolg van extreem weer (risicobedrag: € 2 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: waarschijnlijk | |||||
In de afgelopen jaren is er regelmatig sprake geweest van schade als gevolg van droogte en stormen, ook in 2022. Schade vindt plaats aan zowel bomen als beplanting, maar de gemeente maakt ook extra kosten voor het opruimen van de bomen en beplanting. Het maximale risicobedrag is gebaseerd op de schade van de afgelopen jaren. Naar verwachting zal extreem weer vaker voorkomen. Bij vervanging van beplanting en bomen wordt wel zoveel mogelijk rekening gehouden met risico's van droogte en stormen, zodat de nieuwe beplanting en bomen beter bestand zijn hiertegen. | |||||
P6 - Risico: Rijksbezuinigingen: Ontwikkeling rijksbeleid sociaal domein (risicobedrag: € 0 tot 10 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Betreft onder andere: doordecentralisatie bij Beschermd wonen vanaf 1-1-2024 en restrisico’s ten aanzien van de onvoorspelbaarheid macrobudget en verdeelsystematiek BUIG.Bij Beschermd Wonen is sprake van onzekerheid over de toekomstige cliëntaantallen. De doordecentralisatie naar alle gemeenten vindt plaats via een objectief verdeelmodel per 1-1-2024, met een ingroeipad van 10 jaar. Het is onzeker of de doordecentralisatie van de middelen aansluit bij de werkelijke kosten per gemeente. In de nieuwe situatie blijven bestaande cliënten voor rekening komen van de gemeente Eindhoven en nieuwe cliënten voor de herkomstgemeente (woonplaatsbeginsel). Met de regiogemeenten zijn afspraken gemaakt over onderlinge solidariteit en gewenste innovatie.In oktober wordt door het Ministerie van Szw een aangepast BUIG budget gecommuniceerd. Op dit moment is niet bekend of dit een voor- of verder nadeel betekent. | |||||
. | |||||
Strategische risico's | |||||
P0 - Risico: Afhandeling bezwaar- en beroepschriften (risicobedrag: € 0,5 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
De afgelopen jaren is geïnvesteerd in het stabiliseren van het aantal binnenkomende bezwaar- en beroepsprocedures en klachten. Als er nieuw beleid wordt vastgesteld met een grote impact op de inwoners, zien we een toename van het aantal bewaar- en beroepszaken, wat van invloed is op de doorlooptijden. Rekening houdend met deze ontwikkelingen handhaven we vooralsnog het bestaande risico op toenemende dwangsommen. | |||||
P0 - Risico: Asbestsaneerder TR Ketelhuis Eindhoven (risicobedrag: € 0 tot 2,5 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
De curator van de failliete voormalig asbestsaneerder van het TR Ketelhuis Eindhoven, heeft in 2017 een claim ingediend bij de gemeente. De rechtbank heeft 4 september 2019 uitspraak gedaan. Het faillissement van Horyon is niet veroorzaakt door de gemeente. Maar de gemeente heeft ten onrechte geweigerd de “meer-meerwerk” opdracht te verstrekken. De schade die daaruit voortvloeit moet in een aparte schadestaatprocedure worden begroot. Er is dus nog geen concrete schadevergoeding toegewezen. De gemeente heeft op 28 november 2019 bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Dit hoger beroep en nog een aantal aanverwante rechtszaken zijn lopende. De uitspraak van het Hoger beroep wordt in het laatste kwartaal van 2022 verwacht. De verwachting is dat het daarna nog een aantal jaar gaat duren voordat er een definitief vonnis ligt. Een inschatting van een reëel bedrag om te voorzien is derhalve op dit moment niet mogelijk. | |||||
P0 - Risico: Claim Lidl planschade (bestuursrechtelijk) (risicobedrag: 5% tot 10% van € 1,58 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Naar aanleiding van een eerste bestuursrechtelijke uitspraak van de Raad van State (8 februari 2017) zijn de gemeente en Lidl tot een minnelijke oplossing gekomen.Dit betreft een compensatie in natura, die is uitgewerkt in een vaststellingsovereenkomst (VSO), die beide partijen in maart 2019 hebben ondertekend. De bestuursrechtelijke procedure is hiermee per direct komen te vervallen. Echter, wanneer compensatie in natura door de gemeente Eindhoven niet slaagt, dient de gemeente Eindhoven Lidl in geld tegemoet te komen in een gefixeerde planschadevergoeding. De claim van LIDL komt te vervallen bij het onherroepelijk worden van het nieuw bestemmingsplan voor de Hofdijkstraat. De Lidl en gemeente Eindhoven hebben een allonge op de VSO uitgewerkt en ondertekend waarmee de deadline van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is bepaald op 1 januari 2024. | |||||
P0 - Risico: Exploitatierisico's (risicobedrag: € 0 tot 10 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
De externe risico's leiden ook tot effecten in de exploitatie en extra druk op de beschikbare budgetten. Hierbij kan worden gedacht aan de gevolgen voor de beheerbudgetten door grote strategische investeringen, wegvallende parkeerinkomsten door beleidskeuzes en herontwikkeling, druk op de veiligheidsbudgetten door groei van de stad. We houden, in lijn met de begroting 2021 10% van de normruimte beschikbaar om dit op te kunnen vangen. | |||||
P0 - Risico: Gevolgen vennootschapsbelastingplicht (VPB) (risicobedrag: € 175.000 per jaar) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Per 1 januari 2016 is de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen in werking getreden. De berekende VPB-last voor de periode 2016-2020 is voor een beperkt deel nog gebaseerd op aannames en interpretaties van de wet- en regelgeving. De meeste onderwerpen zijn inmiddels uitgekristalliseerd, maar op het punt van reclame-inkomsten is er nog een verschil van inzicht tussen belastingdienst en gemeenten. Vooralsnog nemen we een risico mee bij de berekening van ons weerstandsvermogen van afgerond € 175.000 per belastingjaar. De reclame-inkomsten bedragen per jaar ongeveer € 700.000, de toerekenbare kosten zijn minimaal. In 2022 wordt (landelijk) uitsluitsel via de rechter verwacht op dit punt. | |||||
P0 - Risico: Kosten maatregelen inspecties wet- en regelgeving (risicobedrag: € 0,5 tot 1,5 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: waarschijnlijk | |||||
Het uitvoeren van wet- en regelgevingsinspecties (W&R) wat betreft asbest, legionella, brandveiligheid en elektrotechnische veiligheid in ons gemeentelijk vastgoed, is een reguliere taak van de gemeente. Sinds 2020 hebben we de prioriteit hiervan verhoogd. De bijbehorende inspecties zijn in uitvoering en zullen binnen twee jaar zijn afgerond (uiterlijk 2023). Bij constatering van ernstige gebreken worden deze direct opgelost om aan de vigerende wet- en regelgeving te kunnen voldoen.Indien dergelijke zaken zich voordoen, zullen ze in het eerstvolgende P&C-product worden gemeld. Maatregelen die wel noodzakelijk maar niet urgent zijn, zullen zoveel mogelijk worden opgevoerd in het MJOP. De financiële consequenties daarvan zullen worden vertaald naar de toekomstige begroting. De kosten van deze maatregelen, urgent en minder urgent, zijn op voorhand echter niet in te schatten. | |||||
P0 - Risico: OZB (risicobedrag: € 0,3 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Als gevolg van een lopend bezwaar bestaat een risico voor de daadwerkelijke OZB-opbrengst, hier is geen voorziening voor. Of het risico zich voordoet is afhankelijk van de mogelijke hertaxatie en kan leiden tot negatieve correctie van € 165.000 per jaar voor de belastingjaren 2020 en 2021. Voor 2022 is dit risico gecorrigeerd bij de berekening van de tarieven in lijn met het voorzichtigheidsbeginsel. | |||||
P0 - Risico: Privacy - Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) () | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Het voldoen aan de AVG is een wettelijke verplichting. Indien niet wordt voldaan aan de regelgeving uit de AVG bestaat de kans op het onverantwoordelijk gebruik en uitwisseling van persoonsgegevens en privacygevoelige informatie binnen de organisatie en haar partners. Daarnaast zou vertrouwelijke/gevoelige informatie beschikbaar kunnen komen bij niet-geautoriseerden (binnen en buiten de organisatie). Wij proberen dit risico te minimaliseren door Data Protection Impact Assesments (DPIA’s) uit te voeren bij processen waarbij verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt, cfm het privacybeleid. In de DPIA worden de risico-mitigerende maatregelen beschreven.Het niet voldoen aan de AVG heeft de volgende algemene risico’s:• Datalekken, waarbij de privacy van betrokkene(n) in het geding kan zijn. Een datalek brengt een hoog risico met zich mee wanneer het kan leiden tot lichamelijke, materiële of immateriële schade voor de betrokken personen. In deze gevallen moet de verwerkingsverantwoordelijke ervan uit gaan dat het datalek gemeld moet worden aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en aan de betrokkene(n).• Op overtreding van de AVG staat een maximale boete van 20 miljoen euro of 4% van de wereldwijde jaaromzet, uit te delen door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). • Naast administratieve geldboetes is de AP bevoegd een verwerkingsverantwoordelijke corrigerende maatregel op te leggen. Denk aan de verplichting te stoppen met een bepaalde gegevensverwerking of aan de eis een betrokkene alsnog in kennis te stellen van een datalek. • Een burger die, of een bedrijf dat, schade lijdt doordat de AVG niet is nageleefd, kan een schadevergoeding eisen. • Reputatieschade wanneer bekend wordt dat in strijd met de AVG is gehandeld. | |||||
P0 - Risico: Risico inbaarheid dubieuze belastingdebiteuren () | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Veel ondernemers en zzp’ers hebben als gevolg van de corona-crisis liquiditeitsnood. Daarom heeft het college van B&W besloten om voor hen op verzoek uitstel te verlenen van betaling (geen afstel) voor de gemeentelijke belastingen OZB, reinigingsrecht, afvalstoffenheffing, rioolheffing, precario, reclame- en toeristenbelasting en BIZ. Er is een uitstelregeling voor de ondernemers die met een lockdown te maken hebben gehad met uitstel van betaling tot mogelijk 1 juli 2023.Als gevolg van de coronacrisis is een mogelijke recessie voorspeld waardoor de invordering van de belastingen onder de druk kan komen te staan. De omvang daarvan laat zich op dit moment moeilijk voorspellen en kan de toereikendheid van de voorziening dubieuze belastingdebiteuren onder druk zetten. Dit geldt ook voor de extra kosten voor het ambtelijke apparaat voor de uitvoering van de uitstelregelingen. | |||||
P1 - Risico: Weerbare overheid () | |||||
Nieuw, schadekans: mogelijk | |||||
Diverse wetgeving (o.a. bevoegdheid burgemeester) bepalen dat de gemeente verantwoordelijk is voor de veiligheid (veilig werken) en integriteit van de medewerkers, bestuurders en organisatie als geheel. Dit is een randvoorwaarde voor het waarborgen van de werking van de lokale democratie. De programmatische aanpak, gericht op het professionaliseren van deze basistaak, is in 2021 beëindigd en er is momenteel onvoldoende formatie om deze taak uit te voeren. We hebben zicht op kwetsbaarheden, maar onvoldoende structureel zicht op (be)dreigingen die de werking van de organisatie op een oneigenlijke wijze beïnvloeden en daarbij behorend handelingsperspectief. Hierdoor zijn we onvoldoende weerbaar tegen vormen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke voorzieningen en informatie én vormen van oneigenlijke druk binnen het besluitvormingsproces. Daarnaast zijn we hierdoor onvoldoende in staat om medewerkers en bestuur te beschermen tegen vormen van oneigenlijke druk, agressie en intimidatie. Gezien de grote opgaven van de stad én de ontwikkelingen op nationaal en internationaal niveau bestaat er een reëel risico dat hierdoor de democratische besluitvorming (verder) onder druk komt te staan. Dit heeft gevolgen voor de geloofwaardigheid van en het vertrouwen in de (lokale) overheid. | |||||
P2 - Risico: BTW-risico bij realisatie fietsflat Neckerspoel (risicobedrag: € 0,943 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Er is mogelijk sprake van een niet verrekenbaar btw-risico bij ProRail, dat (deels) door de gemeente moet worden gedekt. De VNG heeft (in samenwerking met NS en ProRail) enige tijd geleden een brief met drie veel voorkomende situatieschetsen aan het ministerie van Financiën voorgelegd. Het ministerie van Financiën heeft de VNG echter gevraagd deze brief in te trekken, waarop is geprobeerd de casus individueel voor te leggen aan de inspecteur van ProRail. ProRail wilde daar niet aan beginnen maar heeft verzekerd dat zij in vergelijkbare situaties in het verleden de btw heeft teruggevraagd en daar nooit problemen bij heeft ondervonden. Er wordt echter geen garantie gegeven, aangezien fiscale wetgeving multi-interpretabel is en de aandacht er bij de inspecteur van ProRail vanwege de VNG-brief wellicht op gericht is. Daarnaast is mogelijk dat het naderende ZBO-schap van ProRail er toe leidt dat ProRail überhaupt geen btw meer in vooraftrek kan brengen. In dat geval is door I&W bevestigd dat een btw-nadeel dat het gevolg is van het ZBO-schap volledig wordt gecompenseerd, ook aan financierende overheden.Het totale risico is € 1.886.000. Uitgaande van de verdeling 50% gemeente en 50% ProRail gaat het om € 943.000. De netto investering voor de gemeente zal met dit bedrag toenemen als de btw als niet verrekenbaar door de fiscus aangemerkt wordt. | |||||
P2 - Risico: Parkeerterrein ’t Eindje (risicobedrag: € 0 tot 0,5 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Parkeerterrein ‘t Eindje is geen gemeentelijk eigendom, maar het betaald parkeren op dit terrein wordt wel door de gemeente geëxploiteerd. De eigenaren van dit terrein hebben het contract over de exploitatie en het beheer van het terrein met ingang van 1 maart 2018 opgezegd, omdat ze van mening zijn dat er achterstallig onderhoud is. Op dit moment vinden daarover onderhandelingen plaats met de eigenaren. Voor een mogelijke extra onderhoudsimpuls is bij de 2e turap van 2017 een bedrag gereserveerd. De onderhandelingen over de onderhoudswerkzaamheden lopen, maar de eigenaren van het parkeerterrein hebben ook de mogelijkheid om de exploitatie van dit parkeerterrein in eigen beheer te verzorgen. Als dat gebeurt, levert dat een structureel nadeel aan gederfde parkeerinkomsten op. | |||||
P2 - Risico: Staat bruggen/viaducten (risicobedrag: € 2,5 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Bij bruggen en viaducten die ouder zijn dan 20 jaar bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet aan de huidige verkeersintensiteit. Met visuele inspecties kan niet in beeld worden gebracht of de constructie voldoende is. Door middel van risicoanalyses onderzoeken we of maatregelen noodzakelijk zijn. Hierbij toetsen we aan regelgeving zoals het bouwbesluit en Eurocodes. Indien er niet wordt voldaan, onderzoeken we op welke wijze we wel weer aan regelgeving kunnen voldoen. Dit kan door het kunstwerk te vervangen of te versterken, maar een aslastbeperking hoort in bepaalde gevallen ook tot de mogelijkheden. Eind 2023 zijn de risico’s van de bruggen, tunnels en viaducten voor gemotoriseerd verkeer, gebouwd voor 2000, inzichtelijk en is duidelijk welke maatregelen getroffen moeten worden. Op dit moment lopen we geen acuut risico. | |||||
P5 - Risico: Kandinsky () | |||||
Vervallen | |||||
Op basis van het nieuwe bindende advies van de Restitutiecommissie van september 2022 worden er geen langdurige, juridische en financiële consequenties meer verwacht omtrent de Kandinsky. | |||||
P5 - Risico: Sportbesluit BTW / Specifieke uitkering sport (risicobedrag: € 0,25 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
De btw-sportvrijstelling is met ingang van 1 januari 2019 aangepast. Het betreft een aanpassing door het ministerie van Financiën op grond van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Hierdoor is het gelegenheid geven tot sportbeoefening door gemeenten weer vrijgesteld van btw. Dit kost de gemeente geld omdat ze de betaalde btw op onder andere investeringen in sportaccommodaties (alsmede onderhoud en exploitatie) niet meer als vooraftrek kan terugkrijgen van de belastingdienst. Vanuit het Rijk (ministerie VWS) is hiervoor compensatie opgenomen. De compensatie voor gemeenten gaat via de specifieke uitkering sport (SPUK Sport). Aangezien er landelijk een (maximaal) plafond geldt voor de compensatie via de (jaarlijkse) specifieke uitkering, wordt het onderwerp als risico aangemerkt. De vaststelling van de specifieke uitkering sport 2019 en 2020 heeft inmiddels plaatsgevonden (ter info: voor gemeente Eindhoven betrof dit een bedrag van € 2.652.986 over 2019 en bedrag van €2.384.277 over 2020). Over 2019 en 2020 is volledig gecompenseerd (m.a.w. het landelijk plafond 2019 en 2020 was toereikend). De vaststelling van de specifieke uitkering sport 2021 vindt naar verwachting eind 2022 plaats. Tot moment van (definitieve) vaststelling van de uitkering voor het betreffende jaar bestaat er vanwege het plafond onzekerheid of volledige compensatie plaatsvindt. Het vermelde risicobedrag heeft betrekking op het risico i.v.m. het landelijk plafondbedrag.Daarnaast is continuïteit van de regeling SPUK sport een risico. De regeling SPUK sport geldt vooralsnog t/m 2023. Vanuit het rijk is nog geen duidelijkheid gegeven op welke wijze de regeling na 2023 gecontinueerd gaat worden. | |||||
P6 - Risico: Openeinderegelingen (risicobedrag: € 5 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Betreft regeling die personen voor Wmo en Jeugd recht geeft op een bijdrage indien zij voldoen aan bepaalde criteria. Het kenmerkende van deze regelingen is dat de uitgaven ervoor en het aantal gebruikers ervan niet gelimiteerd zijn. De vergrijzing in combinatie met de groei van de stad zorgt voor een stijgende vraag naar huishoudelijke ondersteuning. Daarnaast lopen de incidentele middelen bij jeugd meerjarig sterk af. Het risico hierbij is dat de middelen niet effectief genoeg worden ingezet om de tekorten bij jeugd structureel te kunnen verminderen. | |||||
P6 - Risico: Passport4Work (P4W) () | |||||
Vervallen | |||||
Het project Passport4Work wordt op 31 oktober 2022 financieel afgesloten en de technische verantwoording wordt in 2023 afgewikkeld. Voor de begroting van 2023 worden geen problemen verwacht en er is derhalve geen risico te melden. | |||||
P6 - Risico: Toename van de zorgzwaarte (risicobedrag: € 6 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Betreft het toekennen van zwaardere en/of duurdere indicatiestelling bij Wmo en Jeugd (o.m. via de medische verwijsroute). | |||||
P7 - Risico: Afval: leveringscontract Attero (risicobedrag: € 0 tot 1,5 miljoen voor Eindhoven) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Er speelt een geschil tussen Attero en de Brabantse gewesten die in de Vereniging van contractanten (VvC) zijn verenigd. Dit geschil gaat over de garantieplicht van aanlevering van brandbaar restafval over het jaar 2015 tot en met januari 2017 en is in 2020 tot een eindvonnis gekomen. De gemeente Eindhoven heeft binnen het aandeel restafval van de 21 MRE-gemeenten nagenoeg ongewijzigde hoeveelheden afval aangeleverd aan Attero. En stelt zich op het standpunt dat bij een succesvolle claim van Attero aan het MRE de bijdrage van de gemeente Eindhoven nihil is. Dat is tot nu toe ook steeds zo uitgedragen. Het gecalculeerde risico is gezien het voorgaande 0. De mogelijke claim zal volgens de gemeente Eindhoven dan ook betaald moeten worden door de overige regiogemeenten die in betreffende jaren minder afval zijn gaan aanleveren. Indien Eindhoven toch zou moeten meedoen in een regionale verdeling van de claim, is het risico maximaal € 1,5 miljoen. Het eindvonnis geeft aan dat de Brabantse gewesten verplicht zijn tot het betalen van een naheffing van € 15 miljoen voor minder levering, waarvan € 5,1 miljoen voor de 21 gemeenten in MRE-verband. Er is door de Brabantse gewesten een procedure gestart bij het Gerechtshof om het vonnis te vernietigen. Het Hof Den Haag heeft in de vernietigingsprocedure op 29 juni 2021 de arbitrale vonnissen uit de eerdere arbitrage vernietigd. De Vereniging van Contractanten in Noord-Brabant is in het gelijk gesteld. Attero heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om cassatie in te stellen bij de Hoge Raad. De Hoge Raad toetst op de gevolgde procedure en de motivatie tot het genomen besluit c.q. of die in strijd is met het geldende recht. De cassatieprocedure duurt ruim 1,5 jaar. Het definitieve arrest wordt verwacht in december 2022. De Hoge Raad kan het Hof vragen een nieuw besluit te nemen of zelf besluiten. | |||||
P7 - Risico: Afwikkeling Renescience () | |||||
Vervallen | |||||
GR Cure heeft besloten om het negatieve resultaat van Cure over boekjaar 2021 niet na te verrekenen (met gemeenten) in 2021 en 2022, totdat het eigen vermogen van Cure weer positief is. Hierdoor is dit risico komen te vervallen. | |||||
P7 - Risico: GR Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant (GR ODZOB) (risicobedrag: € 160.000) | |||||
Nieuw, schadekans: mogelijk | |||||
De algemene reserve van GR ODZOB bedraagt ultimo 2021 ruim € 1,9 mln. Dat is boven de in regionaal verband afgesproken streefwaarde op basis van het batentotaal van een GR, maar onvoldoende groot om door ODZOB gekwantificeerde risico’s af te kunnen dekken. Het deel dat ODZOB niet zelfstandig kan afdekken dient door de deelnemers in hun eigen weerstandsvermogen te worden afgedekt. Volgens de Begroting 2023 van ODZOB dienen de 22 deelnemers tezamen rekening te houden met € 840.000 (netto). Op basis van het relatieve aandeel in de bijdrage van de deelnemers aan ODZOB, betekent dit voor Eindhoven een risico van € 160.000 (bruto). | |||||
P7 - Risico: Programma Aanpak Stikstof () | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Dankzij de door de minister getroffen snelheidsbeperkende maatregel op snelwegen (m.i.v. medio maart 2020 maximaal 100 km/h), door Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (Odzob) uitgevoerde gevoeligheidsanalyse en in provinciale context gemaakte afspraken over toedelen van stikstofruimte voor woningbouw, is het medio 2020 duidelijk dat er voor geplande voorbereiding van woningbouw in Eindhoven vooralsnog geen belemmeringen te verwachten waren. Voor bedrijven en bedrijventerreinen is deze duidelijkheid er nog niet. Daar resteert een risico (vertraging/no go) vanwege het afzeggen van de veevoermaatregel. Momenteel wordt op rijksniveau bekeken of de sanering van varkenshouderij voldoende oplossing biedt voor het verkrijgen van stikstofruimte. Een provinciale stikstofbank is sinds medio 2021 operationeel (Ondersteuningsloket Stikstof). De AERIUS-rekentool is verbeterd, maar is eind 2021 nog niet compleet c.q. uitontwikkeld. Nog niet alle bestaande stikstofemissies zijn daarin goed verwerkt. Voor de ontwikkeling van de luchthaven (vanaf ca 2006) is geen vergunning Wet natuurbescherming verleend. De luchthavengroei daarna geeft een substantiële stikstofbelasting. Het repareren daarvan kan gaan concurreren met andere beoogde ruimtelijke/infrastructurele ontwikkelingen en de woningbouwopgave. De vergunningverlening Wet natuurbescherming stagneert, omdat de stikstofberekening en beoordeling door de gebrekkige rekentool en complexiteit van berekenen niet nauwkeurig genoeg gedaan kan worden. Daardoor dreigt stagnatie van veel grootschalige plannen (woningbouw, bedrijven, infrastructuur). Het Kabinet heeft begin juni 2022 besloten tot een gebiedsgerichte aanpak met ingrijpende gebiedsgerichte saneringsopgaven stikstofbelasting bij veehouderijen en agrarische bedrijven in de regio Brabant Zuidoost. De provincie wordt verantwoordelijk voor de uitwerking. Daarmee moet worden bereikt dat de stikstofbelasting van de Natura 2000 gebieden zo ver wordt beperkt dat er ruimte ontstaat voor gewenste ruimtelijk-economische ontwikkelingen. Het zal nog geruime tijd vergen voordat die ruimte zal zijn verkregen/bereikt. | |||||
P8 - Risico: Civiele procedure Groene Toren (risicobedrag: € 277.000) | |||||
Nieuw, schadekans: mogelijk | |||||
De Groene Toren (DGT) huurde een parkeerterrein binnen het gebied VDMA van de gemeente tot 2019. In 2018 heeft de gemeente de huurovereenkomst opgezegd. Het verzoek van De Groene Toren tot ontruimingsbescherming is door de kantonrechter afgewezen. Het parkeerterrein wordt sindsdien niet meer door De Groene Toren gebruikt. Op 24 januari 2022 heeft de gemeente een dagvaardiging van de Groene Toren ontvangen. De Groene Toren stelt in de dagvaarding dat de gemeente tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. Daarbij gaat het in hoofdzaak om (slechte) bereikbaarheid en beschikbaarheid van het parkeerterrein en het niet functioneren van de slagbomen van het parkeerterrein. Ze vordert van de gemeente ruim €277.000. Verder meent DGT dat de gemeente in 1992 een verplichting is aangegaan tot het bouwen van een gebouwde parkeervoorziening voor De Groene Toren op het VDMA-terrein en dat de gemeente die verplichting niet of onvoldoende is nagekomen. Daarvoor is door DGT nog geen schadebedrag genoemd. De zittingsdatum is bepaald op 15 december 2022. | |||||
P8 - Risico: Grondbedrijf – weerstandscapaciteit (risicobedrag: € 20 miljoen) | |||||
Bestaand, schadekans: mogelijk | |||||
Een toelichting hierover is terug te vinden in paragraaf 3g - Grondbeleid. | |||||
. |